28.10.2016
06.11.2016

Steven Huybrechts

Interview: Thomas Van Loocke

 

Houten skeletten, bouwwerven, uitgeklede woonkamers, markant abstracte straatelementen: op het eerste gezicht zouden toeschouwers kunnen denken dat er een fervente metselaar of architect aan je verloren is gegaan. Vanwaar komt die fascinatie voor het bouwkundige?

(lacht) Ik ben begonnen met het fotograferen van gebouwen die aangepast waren, dus gebouwen die al bestonden, maar waar ze een nieuw volume aan toegevoegd hadden om tegemoet te komen aan nieuwe noden. Op die manier ontstaan er heel interessante sculpturen voor mij. Het gaat voor mij dus minder over bouwen dan over sculpturen. Het sculpturale en het grafische zijn zaken waar ik heel hard naar zoek in mijn werk. Belangrijk voor mij is dat die elementen niet esthetisch, maar praktisch bedoeld zijn. Ik jaag op ongewilde vormen.

Hoe ga je te werk?

Ik fotografeer helemaal niet veel. Elke keer één beeld. Als ik een paar beelden maak op een maand, is dat veel. Ik ben dus geen fotograaf die een constante stroom aan beelden produceert. Ik fotografeer met een technische camera en neem altijd maar één standpunt in per foto: het meest logische standpunt dat je kan innemen, zodat het bijna vanzelfsprekend is dat het op die manier gefotografeerd werd. Ik probeer de dingen ook zo uniform mogelijk in beeld te brengen, net als mijn grote voorbeeld Edward Weston. Ik bewonder hem omdat hij erin geslaagd is om elk van zijn onderwerpen op eenzelfde manier weer te geven. Een paprika, een vrouwenlichaam, een landschap.

Kan je nog inspiratiebronnen noemen? Lewis Baltz?

Inderdaad. Eigenlijk alle exponenten van de New Topographics. Maar ook Belgische fotografen als Jan Kempenaers en Geert Goiris, beeldende kunstenaars als Peter Fischli & David Weiss en mensen als Luc Deleu.

Je bent zes jaar geleden afgestudeerd aan de Academie van Antwerpen. Hoe heb je je werk sindsdien zien evolueren?

Eerst was ik heel dogmatisch en was ik enkel met die ruimtelijke constructies, met die architectuuropnamen bezig en geleidelijk aan is dat breder en breder geworden en ben ik ook landschappen gaan fotograferen, waarna er woonkamers en uiteindelijk ook objecten zijn bijgekomen. Het duurde even voor ik doorhad wat nu net mijn onderwerp was in die architectuuropnamen. Ook al viel mijn oog telkens op dezelfde soort elementen, toch kon ik er niet onmiddellijk de vinger op leggen waarom dat zo was. Vanaf ik doorhad dat het over het sculpturale ging, over een archeologische blik op mijn omgeving, opende dat deuren om ander werk te maken dat weliswaar in dezelfde lijn als mijn eerder werk ligt.

Kan je dat wat toelichten?

Ik ben nu bijvoorbeeld bezig met het maken van afgietsels van piepschuimvormen die als verpakking voor flatscreentelevisies dienden. Ik wil ze gebruiken om er terug 3D-vormen van te maken. Niet zozeer de televisies die ze vroeger omhulden, maar de ruwe vorm van wat een nieuw product voor massaconsumptie zou kunnen zijn. Ik wil een nieuw volume creëren. Daarnaast ben ik ook nog bezig met het fotograferen van routes, bijvoorbeeld de Antwerpse Noorderlaan. Ik bereken vooraf de sluitertijd uit, druk mijn ontspanknop in en begin door het raam te fotograferen. Zo krijg je heel abstracte kleurvlakken en kan je een heel traject reduceren tot één beeld.

© Steven Huybrechts
 
© Steven Huybrechts
 
© Steven Huybrechts